Ontstaan

Schutterijen ontstonden in het begin van de 14e eeuw.

Ze verdedigden steden en dorpen tegen invallers en beschermden landgoed en kerk.

In Vlaanderen en Brabant richtte men de eerste schutterijen op. Later ontstonden die ook in de rest van het huidige Nederland en België. Ook in Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk, het noorden van Italië en Polen kwamen er schutterijen. Omdat ze vaak het goud en zilver van de kerk beschermden, kregen de schutterijen ook de namen van heiligen. Sint Sebastianus was een naam die vaak gekozen werd, omdat hij een heilige was die ooit zelf met pijl en boog werd gedood. Ook Sint Martinus was populair. Hij was immers een soldaat geweest, die ooit met zijn zwaard zijn mantel doorsneed om hem met een bedelaar te kunnen delen.

Kleine legertjes

De schutterijen waren eigenlijk kleine legertjes van burgers, die probeerden hun huizen en spullen te beschermen. De eerste schutterijen gebruikten dan ook eenvoudige wapens: sommige leden hadden een zwaard of knots, maar vooral kruis- en handbogen werden een succes. Tot die tijd werden slagvelden namelijk beheerst door ridders te paard. Alleen edellieden konden zich een paard en harnas permitteren. Maar met pijl en boog konden de schutters zich goed tegen strijders te paard verdedigen.

verdieping

Steden en dorpen werden rijker door het drijven van handel. Schutterijen verdedigden stadswallen tegen invallers en beschermden landgoed en kerk.

De eerste schutterijen vind je in het toenmalige Vlaanderen en Brabant. Later vind je ook schutterijen in Zeeland, Gelderland en zelfs in Duitsland tot aan Frankrijk, Oostenrijk, het noorden van Italië en Polen.

De eerste schutterijen gebruikten kruis- en handbogen. Tot die tijd werden slagvelden beheerst door ridders te paard. Maar pijl en boog waren niet geschikt voor strijders te paard. Daarnaast konden enkel edellieden zich een paard en harnas permitteren.

De Guldensporenslag in 1302 in Kortrijk (België) was het eerste slagveld dat door een grondleger, schutterijen met pijl en boog en met pieken, werd gewonnen van een leger te paard.

Schutterijen hadden dus een duidelijk verdedigende functie. Toen het buskruit werd uitgevonden en geweren stilaan de kruis- en handbogen vervingen, ontstonden in het begin van de 16de eeuw de geweerschutterijen.

De Guldensporenslag in 1302 in Kortrijk (België) was de eerste veldslag die door schutterijen van gewone burgers, met pieken en pijl en boog werd gewonnen van een leger te paard.

Vuurwapens

Schutterijen hadden dus duidelijk een verdedigende functie. Door de uitvinding van het buskruit konden legers zich bewapenen met vuurwapens, zoals pistolen en geweren. Ook bij de schutterijen zouden geweren stilaan de kruis- en handbogen vervangen.

Koningsvogel

Om te oefenen schoten de schutterijen op doelen (zoals met darten), maar de bekendste wedstrijd was het vogelschieten. Elk jaar probeerden de schutters een houten vogel (de koningsvogel) van een hoge mast af te schieten. Wie dat lukte, was voor een jaar koning van de schutterij. Elke koning kreeg een zilveren plaat omgehangen. Na een tijdje werden die platen een hele verzameling, die de koning op buik én rug droeg. Samen met een klein zilveren vogeltje dat hij in zijn hand hield, worden deze platen ‘het koningszilver’ benoemd. Naast allerlei kostbaarheden van de kerk, was het koningszilver het waardevolste wat een dorp of stad in bezit had. Een paar keer per jaar trokken de schutten door het dorp of de stad. Trommelaars voorop, dan de koning en de vlag, dan de schutters. Ze waren maar wat trots op hun dappere groep!

De schutterij als politie

De legers van koningen en edelen werden steeds groter en steeds beter bewapend. Daar konden de schutterijen niet veel meer tegen beginnen. Vanaf de 17e eeuw verdween dan ook de militaire functie van schutterijen. Wel hielden ze allerlei politietaken, zoals het opsporen en bestrijden van zwervers, vagebonden en bokkenrijders. Ook deden ze met hun trommen en geweren allerlei belangrijke gebeurtenissen begeleiden, zoals bijvoorbeeld processies.
Als dank voor al deze diensten, kregen ze vaak landerijen. De opbrengst daarvan mochten ze houden om bijvoorbeeld koningszilver te kopen of een feestmaal te organiseren.

De 18de eeuw was de eeuw van de Franse Revolutie.

De Franse Revolutie (1789-1795) was een opstand van het volk, dat zich uitgebuit voelde, tegen het gezag van de Franse koning.

De Fransen veroverden onder andere de Zuidelijke en de Noordelijke Nederlanden (België en Nederland).

De inval van de Fransen legde het kerkelijke en culturele leven in onze streken bijna volledig stil. Schutterijen en kerken hebben altijd een band met elkaar gehad. Het zilver werd goed verborgen zodat het niet in Franse handen terecht kwam.

Voor de schutterijen brak een moeilijke tijd aan.

De Franse tijd

De Franse Revolutie kwam ten einde in november 1799, toen Napoleon Bonaparte de macht greep en alleenheerser werd.

Deze Franse Keizer veroverde een groot deel van Europa. Ook in Limburg kregen de Fransen het voor het zeggen.

De schutterijen hielden hun zilver nog steeds goed verborgen maar hun landerijen moesten ze wel afstaan. Die inkomsten waren ze dus kwijt.

Ondertussen ontstaan ook de eerste legers.

In het begin van de 19de eeuw (circa 1802) mochten schutterijen weer actief worden. Ze hoefden niet meer de orde te handhaven en hadden geen militaire taken meer. De historische schutterijen hadden nu alleen nog een sociale functie.

Gezelligheid

Door het ontstaan van legers, zijn schutterijen als beschermers van dorpen en steden overbodig geworden. Eigenlijk bleef alleen het vogelschieten en het begeleiden van processies over. Daardoor ontwikkelden de schutterijen zich in de 19e eeuw geleidelijk tot de verenigingen die we nu kennen. Het werd een vrijetijdsbesteding. Samen met schutterijen uit de buurt organiseerden ze onderling wedstrijden. Voorafgaand aan die schietwedstrijden trokken eerst door het dorp. Op deze manier ontstonden de eerste schuttersfeesten. Schutterijen konden zich tonen en werden door publiek aangemoedigd.

De schuttersfeesten werden steeds groter: steeds meer schutterijen uit de omliggende dorpen en steden en zelfs van over de grens, kwamen meedoen. Eerst werd één schuttersfeest per jaar gehouden maar dit groeide al gauw uit naar meerdere feesten per jaar.

Naast de schietwedstrijd werden er ook andere wedstrijden gehouden, bijvoorbeeld voor de beste deelname aan de optocht of de mooiste koning of generaal. Voor elke wedstrijd was er een geldprijs. Om alles eerlijk te laten verlopen, moest men met hetzelfde wapen schieten. Dat werd de ‘zware buks’. Ook plaatste men in deze tijd op de hoge mast van het vogelschieten een rek (‘de hark’) met bolletjes eraan. Zo konden de schutters gemakkelijker een wedstrijd houden. Bolletje gemist? Geen prijs!

De schutters vieren feest – verdieping

Door het ontstaan van legers, zijn schutterijen als beschermers van dorpen en steden overbodig geworden. Toch blijven zij als een vrijetijdsbesteding bestaan. Met schutterijen uit de buurt worden er onderling wedstrijden gehouden. Voorafgaand aan de schietwedstrijden trekken zij door het dorp. Zo worden voor het eerst schuttersfeesten georganiseerd. Schutterijen konden zich tonen en werden door publiek aangemoedigd.

De schuttersfeesten werden steeds groter: steeds meer schutterijen uit de omliggende dorpen en steden en zelfs van over de grens, kwamen meedoen. Eerst werd één schuttersfeest per jaar gehouden maar dit groeide al gauw uit naar meerdere feesten per jaar.

Naast de schietwedstrijd werden er ook andere wedstrijden gehouden, bijvoorbeeld voor de beste deelname aan de optocht of de mooiste generaal. Voor elke wedstrijd was er een geldprijs.

Schuttersbonden

Aan het einde van de 19de eeuw worden de eerste schuttersbonden opgericht. Een bond is een samenwerking tussen meerdere schutterijen. Op die manier wilden ze de schuttersfeesten beter organiseren. Elke schuttersbond bestond en bestaat nog steeds uit een aantal schutterijen in eenzelfde streek.

Steeds groter

Door de schuttersbonden, zagen de schutterijen hoe het er bij anderen aan toe ging. Zo kwamen er steeds meer groepen in de schutterij. Denk aan een drumband of klaroenkorps, marketensters, majorettes, hofdames van het koningspaar, enz. Een moderne schutterij lijkt dan ook niet zo heel veel meer op de groep mannen met knots of kruisboog. Maar vaandel, koning en trom zijn gebleven. En het schieten natuurlijk!

Waarom wilde men bij de schutterij?

Er waren meerdere redenen waarom iemand lid wilde zijn van een schutterij:
  •  als verzekering bij ziekte of dood;
  •  een soort spaarclub: de leden spaarden samen geld om een paar keer per jaar te kunnen feesten;
  •  vanwege de band met de kerk;
  •  vanwege het uiterlijk vertoon, het uittrekken bij processies of andere feesten;
  •  om actief de gemeenschap te verdedigen tegen boeven en struikrovers;
  •  voor de gezelligheid.
Voor de meeste schutters zal het een combinatie van al deze redenen geweest zijn.

Zin in een spelletje?

Op enkele plaatsen is er verdieping aangebracht aan de inhoud van deze website.
Deze aanvulling kan gelezen worden door ‘>’ van de 2 grijze blokjes aan te klikken, zoals hier aan de rechterkant is weergegeven.

De website WijSchutterij is geïnitieerd door de OLS Federatie met behulp van Cultuurpad en Provincie Limburg.
Deze website wordt gebruikt door scholen bij de invulling van lessen of ter voorbereiding van deelname aan het Kinjer-OLS.

Verdieping

Door ‘<' van de 2 grijze blokjes aan te klikken, keer je terug naar de oorspronkelijke tekst.

Deze verdieping is aangebracht voor volwassenen die meer willen weten over bepaalde onderwerpen.

De website WijSchutterij is geïnitieerd door de OLS Federatie met behulp van Cultuurpad en Provincie Limburg.
Deze website wordt gebruikt door scholen bij de invulling van lessen of ter voorbereiding van deelname aan het Kinjer-OLS.

feedback_mix.png